Claudicatio Intermittens

Bij claudicatio intermittens krijgt de patiënt tijdens het lopen pijn, kramp, een doof of moe gevoel in het been/de benen. De klachten kunnen in de voet, kuit, dijbeen of bil optreden. Als je stilstaat dan verdwijnen de klachten; loop je weer verder dan beginnen de klachten opnieuw.

Ook tijdens het in bed liggen kunnen klachten opspelen zoals rusteloze benen, pijnlijke of kloppende benen. 

Zuurstof zit in het bloed en wordt door de bloedvaten naar de spieren vervoerd. Bij claudicatio intermittens zijn de bloedvaten in/van het been vernauwd door slagaderverkalking. Hierdoor is de doorbloeding van het been onvoldoende om tijdens inspanning zoals bijvoorbeeld lopen, fietsen en dergelijke de gevraagde extra energie te kunnen leveren. Doordat de spieren te weinig zuurstof krijgen, ervaar je klachten.

• roken
• hoge bloeddruk
• diabetes mellitus (suikerziekte)
• een verhoogd cholesterolgehalte in het bloed
• Overgewicht
• Weinig lichaamsbeweging
• Ook genetische aanleg en leeftijd spelen een rol.

Fysieke training geeft bij 70 procent van de patiënten met claudicatioklachten een duidelijke vermindering van de klachten. De loopafstand neemt gemiddeld met 150 procent toe. Daarnaast heeft het een gunstig effect op de beïnvloedbare risicofactoren. Stoppen met roken, een beter voedinspatroon en cholesterol verlagen draagt bij aan het verminderen van klachten. 

• vergroten van de loopafstand waardoor je buitenshuis beter kunt functioneren;
• veranderen van je leefstijl om toename van de vaatziekte te verminderen;
• informatieverstrekking over de vaatziekte en ermee leren omgaan

Looptraining heeft het beste resultaat als je onder begeleiding van een gespecialiseerde fysiotherapeut aan de slag gaat. Om de pijnklachten te vermijden, gaan veel mensen op een inefficiënte manier lopen. Dit kost veel extra energie en zuurstof. Bovendien kan een verkeerd looppatroon blessures veroorzaken, waardoor langdurig niet kan worden gelopen. Looptraining onder begeleiding van een fysiotherapeut verbetert de looptechniek. 

De fysiotherapeut bespreekt je klachten en met name hoe het je beperkt in je dagelijks leven. De belangrijkste rol van de fysiotherapeut is het verbeteren van je functioneren in je dagelijkse levenswijze met aandacht voor de risicofactoren. De fysiotherapeut zal de  looptraining starten. Voor het vaststellen van de maximale loopafstand en conditie, doen we een test op de loopband. Dit onderzoek wordt gedurende de trainingsperiode regelmatig herhaald om het effect van de looptraining te bepalen. Op basis van de resultaten van de looptest en je klachtenpatroon stelt de fysiotherapeut samen met jou een persoonlijk trainingsschema op. De eerste weken wordt je intensief begeleid, zo’n 2 tot 3 keer per week. Het trainingsschema bestaat niet alleen uit lopen, maar ook uit fietsen, spierversterkende oefeningen en educatie van het looppatroon. Daarna wordt de begeleiding langzaam afgebouwd en zodat je zelfstandig kan gaan trainen. Dit zelfstandig trainen gaat volgens een vooraf opgezet trainingsschema. Voor het behoud van het behaalde resultaat is het belangrijk om dit trainingsschema dagelijks te blijven uitvoeren en een gezonde leefstijl te ontwikkelen.

Ja, om in aanmerking te komen voor vergoeding vanuit de basisverzekering heb je een verwijzing nodig van je huisarts of specialist. 

Vanaf 1 januari 2017 worden gedurende de periode van 1 jaar 37 behandelingen gesuperviseerde looptherapie (GLT) bij een ChronischZorgNet therapeut uit de basisverzekering vergoed voor patiënten met Claudicatio Intermittens (etalagebenen), die een verwijzing van de huisarts of specialist hebben. Dit wil zeggen dat deze groep patiënten geen aanvullende verzekering nodig heeft om een traject fysiotherapie vergoed te krijgen. Houd u er wel rekening mee dat dit dan wel verrekend wordt met uw eigen risico.